Het Pensioenakkoord: Waar staan we nu?
In juni 2019 presenteerde het kabinet samen met de sociale partners het principe akkoord “Vernieuwing pensioenstelsel”. Dit pensioenakkoord is gebaseerd op het SER-advies “Naar een nieuw pensioenstelsel”.
Ondertussen zijn we één jaar en een Corona-crisis verder en is er bekendgemaakt dat er een nieuw pensioenakkoord is. De uitwerking hiervan is op 22 juni 2020 naar buiten gebracht en is te vinden in de 'Hoofdlijnennotitie' en in de notitie van het Centraal Planbureau (CPB): 'Nieuwe pensioenregels'. Deze documenten plus bijlagen tellen zo'n 400 pagina's met daarin uitgebreide beschrijvingen van het nieuwe stelsel. De uitwerking is niet meer gebaseerd op het pensioenstelsel zoals beschreven in het akkoord van 2019, maar op een stelsel zonder rekenrente of dekkingsgraad. Vrijdag 3 juli 2020 heeft de FNV als laatste van de sociale partners ingestemd met het pensioenakkoord. Het is nu aan het kabinet om het pensioenakkoord om te zetten in wetgeving.
Waarom is een nieuw pensioenstelsel nodig?
Het kabinet en de sociale partners willen een nieuw pensioenstelsel dat beter aansluit op de huidige arbeidsmarkt, transparanter is, persoonlijker is en dat eerder uitzicht biedt op een koopkrachtig pensioen. Er moet dus eerder en meer geïndexeerd kunnen worden.
Wat gaat er veranderen?
De belangrijkste aangekondigde veranderingen zijn:
- De afschaffing van de doorsneesystematiek.
- Het afschaffen van de buffers.
- Het loslaten van de gedempte kostendekkende premie.
- Het loslaten van de nominale zekerheid.
- Mee- en tegenvallers worden ook gedeeld met toekomstige generaties.
Inmiddels is naar buiten gekomen dat de stuurgroep denkt aan een systeem zonder rekenrente en zonder dekkingsgraad, maar met een projectierendement. Er volgt hier meer over deze methode als hier meer over bekend is.